De normale gang van zaken
In de natuur legt een moedervogel haar eitjes in een nest. Wanneer de jongen uitkomen zijn ze naakt en hulpeloos. Vader en moeder voeren hun jongen en ze groeien al snel uit tot bevederde jongen. Wanneer de jongen ook veren aan hun vleugels krijgen, is het tijd om te leren vliegen.
Aangezien het nest veel te klein is voor de opgroeiende jongen, springen ze één voor één overboord om op de grond en in de struiken te leren vliegen.
Het kan enkele dagen duren vooraleer de jonge vogels kunnen vliegen, maar in tussentijd blijven de oudervogels hun jongen voederen en beschermen. Dat is de normale gang van zaken in onze natuur.
Jonge vogels: afblijven
Wie een zogenaamd 'vliegvlug' jong aantreft op de grond, blijft er in eerste instantie best af. De oudervogels zijn zeker in de buurt en zorgen ervoor dat hun jong succesvol opgroeit.
Zit het jong op een vreemde plek, dan mag dat verplaatst worden naar een veiligere plek binnen een straal van 10m. Anders dan bij zoogdieren kan mensengeur bij jonge vogels geen kwaad.
In volgende situaties brengt u een jonge vogel best naar een opvangcentrum:
* De jonge vogel is gekwetst of gewond.
* De jonge vogel is helemaal natgeregend en onderkoeld.
* De jonge vogel maakt geen aanstalte om te vliegen of bewegen.
* De jonge vogel is nog bijna volledig naakt of heeft amper veren aan zijn vleugels.
* Een volledig nest met piepkleine jongen is uit de boom gewaaid of verstoord bij afbraakwerken.
PROBEER NOOIT ZELF JONGE DIEREN
GROOT TE BRENGEN!
nestvlieders
Nestvlieders zijn vogels die meestal op de grond broeden. Hun jongen komen niet hulpeloos en onbevederd uit het ei. Nestvliederjongen komen ter wereld voorzien van een lekkere warme laag donspluimen, hun oogjes zijn al open en ze kunnen al onmiddellijk rondlopen. Op die manier kunnen ze zichzelf ook in veiligheid brengen bij gevaar. De moedervogel begeleidt haar jongen en leert ze al snel zelf eten zoeken. De jongen zijn dus al erg zelfstandig voor hun leeftijd.
Een mooi voorbeeld hiervan zijn kieviten. Ze broeden in een kuiltje op een akker en de jongen lopen hun moeder vlak na de geboorte al achterna op het veld. Bij gevaar gaan ze plat liggen en berusten ze op hun schutkleuren. Dergelijke jonge vogels zien er hulpeloos uit, maar vergis je niet. Hun ouders zijn in de buurt. Bovendien kunnen ze al vrij goed voor zichzelf zorgen.
Ook hier is dus de boodschap: AFBLIJVEN.
Ja maar, de kat...
In de periode waarin de jonge vogels leren vliegen, zijn ze natuurlijk erg kwetsbaar voor natuurlijke predatoren als marter, vos, wilde kat,... of onnatuurlijke predatoren als huiskatten en honden.
De legsels van vogels zijn zelfs voorzien op een grote uitval van de jongen tijdens de eerste levensmaanden. Het is voor de opvangcentra natuurlijk onmogelijk om elke gezonde jonge vogel die aan het leren vliegen is, op te vangen omdat ze bedreigd worden door een kat. Het is veel beter de kat een tijdje binnen te houden. Het is trouwens niet zeker dat een kat zonder slag of stoot een jong te pakken krijgt, want de oudervogels zullen venijnige aanvallen uitvoeren om hun jongen te beschermen.
Nooit zelf proberen!
Probeer NOOIT zelf jonge vogels groot te brengen.
Het is in eerste instantie al niet altijd gemakkelijk te weten over welke soort het juist gaat, laat staan wat daar dan de juiste voeding voor is. Bovendien zal een jonge vogel die zonder soortgenoten opgroeit tam worden. Te tamme vogels kunnen niet meer terug in de natuur worden vrijgelaten...