Zondag merkte een alerte wandelaar een jong vosje op in Sint-Truiden. Ongerust contacteerde hij ARS (Animal Rescue Service VZW). Zij gingen snel een kijkje nemen, en ondertussen vond de wandelaar iets verderop ook een dode moedervos.
Het jong was nog erg klein, dus moest de burcht zich ergens in de omgeving bevinden. ARS zocht en vond een tweede jong, en vlak daarbij de burcht. Uit de burcht klonk gehuil, en samen met de brandweer werd geprobeerd de burcht open te graven. Dit lukte niet omdat de jongen veel te diep zaten. Tegen de avond echter kregen de jongen zo'n honger dat ze uit eigen beweging de burcht verlieten. Zo lukte het uiteindelijk de medewerkers van ARS toch om het hele nest te redden.
De jongen werden overgebracht naar het Natuurhulpcentrum. We brengen ze nu verder groot met speciaal aangemaakte vossenmelk. Eenmaal ze geen melk meer moeten, krijgen ze langzaam maar zeker meer vlees te eten. Doen ze dit goed, dan mogen de vier jongen verhuizen naar onze grotere buitenkooi.
Vrijlaten is nog niet voor direct. De 'normale' periode waarin de jongen de moeder verlaten is ongeveer rond september. Dit zou in theorie voor ons dan ook de ideale periode zijn om de jongen vrij te laten. Maar in die periode start ook de jacht. Aangezien er vanuit de jagerij een enorme haat is naar vossen, laten we de jongen pas volgend jaar rond april vrij. Zo laten we binnenkomt de jongen van vorig jaar vrij. De jacht is nu veel minder, en in het begin van de lente zijn er veel meer schuilmogelijkheden. Het zou immers erg jammer zijn moesten de vossen waar we zoveel tijd en energie hebben ingestoken onmiddellijk na hun vrijlating gewoon worden afgeknald.
Waarom de moeder is gestorven weten we niet. In het kader van het Dierenziektebewakingsplan halen we verdacht overleden vossen op die door de overheid onderzocht worden.