Tijdens de nazomer worden er in onze streken regelmatig groepen ooievaars gezien. Het gaat dan vaak om broedvogels uit onze buurlanden die tijdens hun trektocht naar de overwinteringsgebieden ons land aandoen. Tijdens hun migratie naar Zuid-Europa en Afrika worden de vogels met tal van gevaren geconfronteerd: windmolens, hoogspanningsleidingen, stormen, jacht, uitputting,... zorgen ervoor dat niet alle ooievaars het overleven.

Op 25 augustus wordt er door wandelaars in Tongeren een verzwakte ooievaar opgeraapt. Het dier was niet mager, maar had wel vreemde wratachtige knobbels aan de basis van de snavel. Labo-onderzoek wees uit dat het om vogelpokken ging, een aandoening die bij veel vogels wordt aangetroffen en zich enkel uit wanneer het afweersysteem van de vogel verzwakt. De vogel bleef enkele weken in het Natuurhulpcentrum revalideren en sterkte zienderogen aan. De vogelpokken waren dan ook helemaal verdwenen en de vogel was klaar voor vrijlating.

Het dier werd voorzien van een GPS-zender en vrijgelaten in de Maasvallei, een bekende 'stop-over' site voor ooievaars.