Afgelopen week kreeg het Natuurhulpcentrum weer heel wat jonge dieren over de vloer. Zo moesten we dinsdag naar Sint-Truiden om vier jonge uiltjes te gaan ophalen.
Het viertal werd gevonden toen de eigenaars in hun tuin een oude boom omzaagden. De jongen lagen hulpeloos op de grond en toen onze medewerker ter plaatse aankwam zag hij dat het om jonge ransuilen ging. Het jongste uilskuiken was slechts enkele dagen oud.
Ransuilen leggen hun eieren met een interval van twee dagen en beginnen onmiddellijk met broeden. De eerste eieren komen dan ook als eerste uit en hierdoor bestaat een nest uilen steeds uit uilskuikens van verschillende leeftijden. Op onze spoedafdeling worden de jonge ransuiltjes nu met veel zorg verder grootgebracht. Ze zitten samen onder een warmtelamp en krijgen vijfmaal per dag stukjes verse muis voorgeschoteld. Ze zullen hun verblijf in het Natuurhulpcentrum uiteindelijk afronden in onze grote vliegkooi, waar ze zullen leren jagen op levende prooien.
Ransuilen zijn geen holenbroeders maar leggen hun eieren bij voorkeur in oude kraaien- of eksternesten. Het zijn eerder zeldzame patiënten in het Natuurhulpcentrum. Door de intensivering van de landbouw, het verdwijnen van hagen en bomenrijen en het droogleggen van moerassen heeft deze uilensoort het moeilijk. We gaan dan ook onze uiterste best doen om deze vier pluizige kuikens te laten opgroeien tot gezonde jonge ransuilen.