Gisteren werd het Natuurhulpcentrum naar Wallonië geroepen om zes in beslag genomen hybride wolven te verdoven en over te brengen naar Opglabbeek.
De Federale Gerechtelijke politie had de dieren aangetroffen tijdens een huiszoeking in het kader van een ander onderzoek. Toen de agenten de kelder betraden, zagen ze dat in een donker gedeelte achter wat hekwerk een aantal wolven waren opgesloten. Het was voor de speurders niet duidelijk of het om honden, wolven dan wel om een kruising van de twee ging.
De politie besloot gisteren terug te keren, samen met twee agenten van de Federale Gerechtelijke Politie Dienst Leefmilieu. Die vroegen het Natuurhulpcentrum om bijstand. Onze medewerkers waren op het ergste voorbereid en ook onze dierenarts werd opgetrommeld met de nodige verdovingsmiddelen. Twee wagens uitgerust met vangstokken, verdovingsgeweren en speciale transportkooien gingen vanmorgen samen met de politie ter plaatse.
De dieren zaten nog steeds in de vochtige, beschimmelde kelder van de woning. Hun huisvesting was verschrikkelijk: het enige licht in de kelder kwam van een klein raam, de dieren hadden geen hok, mand, mat of stro om op te liggen, de keldervloer stond onder water en op de beperkte oppervlakte verbleven maar liefst 6 dieren.
Het gerecht besliste de dieren in beslag te nemen op basis van de CITES reglementering en om redenen van dierenwelzijn. Omdat de wolfshonden geen agressief gedrag vertoonden werden ze onder lichte verdoving in transporteerkisten geladen. CITES experten zullen nu op basis van detailfoto's uitsluitsel moeten geven in hoeverre het gaat om kruisingen tussen honden en wolven. Ondertussen verblijven de dieren in een buitenkooi van het Natuurhulpcentrum. Daar krijgen ze ruimte, haksel als ondergrond en een groot hok met warm stro om in te slapen. Wat er verder met de dieren moet gebeuren is nog niet duidelijk.