Naar jaarlijkse gewoonte willen we jullie een overzichtje geven van het voorbije jaar. Deze keer ook met twee videoverslagen!
Het Natuurhulpcentrum is een dierenziekenhuis voor zieke en gewonde wilde dieren, dus de meerderheid van de patiënten zijn inheemse dieren die we zijn gaan ophalen of die door de vinders werden binnengebracht. Uiteindelijke bedoeling is en blijft natuurlijk om deze dieren er terug bovenop te krijgen, om ze nadien in een geschikt leefgebied terug vrij te laten.
5567 van de in totaal 7967 opgevangen dieren waren Europese dieren die meestal, behalve sommige inbeslagnames, uit de vrije natuur kwamen. Dit is 70% van alle opgevangen dieren.
1.1 Europese vogels
Inheemse vogels vormen de hoofdgroep van de opgevangen dieren. 3932 waren het er, iets minder dan vorig jaar. 1823 werden er als nestjong binnengebracht. Hierin zitten de meer algemenere soorten, zoals de 167 jonge huismusjes, of 206 jonge merels, maar ook een zeldzamere jonge appelvink of een jonge koekoek en grauwe vliegenvanger. Op een bepaald ogenblik zaten we zelfs met meer dan 100 jonge gierzwaluwen tegelijkertijd in de Intensive Care. Meer dan een dagtaak om deze jongen elk uur hun portie insecten te geven!
Vorig jaar was het een extreem goed muizenjaar, wat resulteerde in bijna 200 opgevangen uilen. Dit jaar was het wat “normaler”, maar met 33 opgevangen kerkuilen, 11 ransuilen, 66 bosuilen en 37 steenuilen moest onze muizenkwekerij toch nog altijd op volle toeren draaien.
Een speciale soort was de nachtzwaluw. Het dier werd door een vogelringer binnengebracht en bleek gekwetst aan zijn vleugel. Enkele dagen later echter, kon de vogel terug vrijgelaten worden. Klaar om naar Afrika te vliegen, waar hij de winter zal doorbrengen. Ijsvogeltjes profiteren van de zachte winters van de laatste jaren. Vele vijvers vriezen niet dicht, zodat er permanente toegang tot verse vis mogelijk blijft. 11 kregen we er binnen, wat toch redelijk veel is aangezien het toch erg schuwe dieren zijn en niet snel gevonden worden.
Een wouwaapje kregen we ook binnen. Dit is de kleinste reiger die in ons land voorkomt en door het verdwijnen van vele rietkragen en moerassen is deze prachtige soort in ons land met uitsterven bedreigd. Toen onze collega’ van de Nederlandse Dierenbescherming met een Europese kraanvogel aan de deur stonden, schrokken we ook even. Spijtig genoeg was dit een ontsnapt dier met een kwekersring en geen wilde vogel. Vrijlaten is dus geen optie.
213 dieren werden ook slachtoffer van loslopende katten. Ongetwijfeld vormt het échte aantal een veelvoud hiervan, maar we weten niet altijd zeker waar de vleugelbreuken of geïnfecteerde wondes vandaan komen. Loslopende huiskatten en zwerfkatten zijn een van de ergste bronnen van dierenleed bij wilde vogels, en we proberen mensen dan ook altijd aan te sporen hun kat binnen te houden, zéker in het broedseizoen.
Onze opfrissingscursus om veilig op daken te klimmen kwam weer heel goed van pas. 87 vogels moesten we uit schoorstenen halen. Traditioneel zijn dit vooral kauwen (47) en bosuilen (18), maar ook heel wat steenuiltjes (7) en een tiental houtduiven.
Twee in beslag genomen dwergarenden, die in Algerije uit de natuur werden geroofd, zitten in onze vliegkooien te wachten tot het voorjaar. Dan arriveert deze soort na overwintering in Afrika terug in Spanje, én kunnen we onze dwergarenden daar gaan vrijlaten. Omdat het zulke unieke vogels zijn, willen we héél graag weten hoe het met hun gaat aflopen. Hiervoor hebben we twee zenders klaarliggen, die ons na hun vrijlating elk half uur de exacte verblijfslocatie gaan doorsmsen!
1.2 Europese zoogdieren
1606 Europese zoogdieren moesten verzorging en tijdelijke opvang krijgen. De top drie van de opgevangen zoogdieren wordt zoals elk jaar aangevoerd door egel. 713 waren het er, waarvan 226 egels als jong werden binnengebracht. Heel wat egels (202) hadden ook zware wondes die vaak nog eens volzaten met vliegenmaden. Dankzij heel wat gepruts om al die maden uit de wondes te halen, én het gebruik van het juiste antibioticum konden de meesten er terug bovenop komen.
Reeën vinden we in onze provincie massaal veel terug. Maar liefst 203 keer moest onze interventiewagen uitraden om aangereden reeën op te halen, of in tuinen of industrieterreinen vastgeraakte dieren weg te vangen.
Het meest controversiële dier dat in België rondloopt is ongetwijfeld de vos. Ondanks de vele leugens en misverstanden die erover de ronde doen, meestal gevoed en aangewakkerd door jagersgroepen, zijn we toch blij als we dit prachtige dier kunnen helpen. 47 vingen we er op, waaronder 14 vossenwelpen. De meeste anderen waren verkeersslachtoffers.
Een dier dat wél door bijna iedereen geliefd is, is de das. Onze inheemse panda’s komen steeds meer en meer voor, en dit jaar moesten we er 14 verzorgen. Het meeste werk ging naar het grootbrengen van een dassennest van 5 pups die na het weghalen van een betonnen dekplaat bloot kwamen te liggen. Deze dieren zijn ondertussen al opgegroeid tot halfwas dieren, en werden terug vrijgelaten, na een periode van 3 maanden in een grote uitwenkooi in hun natuurlijk leefgebied. Andere marterachtigen die we opvingen waren de 3 wezels, 4 hermelijn en 4 bunzings. Steenmarters komen overal voor en leven dicht bij mensen, dus deze kregen we veel vaker over de vloer (42).
Zonder enige twijfel het meest unieke wilde dier dat we dit jaar (en misschien zelfs wel in het meer dan 30-jarig bestaan van het Natuurhulpcentrum) opvingen was de jonge wilde kat die in de Oostkantons werd gevonden. We hopen dit zeer zeldzaam dier in het voorjaar terug te kunnen vrijlaten.
Ook zeldzaam zijn de twee lynxen die momenteel nog altijd in het Natuurhulpcentrum verblijven. Zij komen van een inbeslagname in Frankrijk waar ze heel hun leven in een slechte dierentuin hebben gezeten. Vrijlaten is voor deze dieren helaas geen optie meer.
1.3 Europese amfibieën en reptielen
Deze groepen vormen een kleine minderheid. 5 van de 7 bruine padden werden met een wonde binnengebracht. Ook een opgevangen hazelworm had een wonde. Deze pootloze hagedis wordt nogal eens verward met een slang, maar het is effectief een hagedis.
Heel speciaal waren twee Europese kameleons. Dit is de enige soort die in Europa voorkomt, en is vrij zeldzaam. De dieren werden illegaal ons land binnengesmokkeld. Tijdens een poging de dieren te verkopen werden ze betrapt, en konden we ze overnemen. We wachten nu tot we een mogelijkheid hebben de kameleons terug naar hun natuurlijk leefgebied in Zuid-Europa over te brengen.
Filmpje jaaroverzicht 2015 from Natuurhulpcentrum Opglabbeek on Vimeo.
Het Natuurhulpcentrum is en blijft voornamelijk een ziekenhuis voor zieke en gewonde wilde dieren, maar toch kunnen we er natuurlijk niet omheen dat het aandeel exotische dieren jaarlijks toeneemt. Spijtig genoeg kunnen de meeste exoten niet vrijgelaten worden, maar we doen elk jaar ons uiterste best om zoveel mogelijk dieren een zo goed mogelijke nieuwe thuis te kunnen bieden. De echte huisdieren, zoals konijnen, kippen, cavia’s of geiten, kunnen door particulieren geadopteerd worden, maar we worden al jaren meer en meer gecontacteerd voor de opvang van exotischere dieren. Vanuit alle uithoeken van Europa krijgen we aanvragen, en we doen wat we kunnen om zoveel mogelijk dieren te helpen. We kunnen vaak hulp bieden aan het buitenland, maar we krijgen ook vaak hulp. Zo konden we dit jaar bijvoorbeeld 4 leeuwen naar Schotland en 2 leeuwen naar Zuid-Afrika brengen.
Dergelijke dieren uiteindelijk herplaatsen is niet altijd even simpel omdat het enerzijds dieren zijn met vaak een onbekende oorsprong, en dus minder interessant voor dierentuinen, en anderzijds omdat we enkel écht goede plekken willen voor onze dieren. Onze “huisregel” die zegt dat we exoten enkel overbrengen naar een plek waar ze beter zitten dan in het Natuurhulpcentrum, blijven we alleszins bij elk dier volgen.
2400 dieren van de 7967 opgevangen dieren waren exotisch. Dit is 30%, maar geeft dit jaar een wat vertekend beeld. Omdat we een inbeslagname hadden van meer dan 1000 parkieten en kanaries werd dit percentage wat omhoog getrokken.
2.1 Exotische en tamme zoogdieren
De tamme konijnen, cavia’s, schapen en geiten vormen samen al iets meer dan de helft van de in totaal 314 opgevangen zoogdieren. Deze dieren konden vrij makkelijk bij particulieren geplaatst worden. Heel wat spectaculairder, en ook heel wat moeilijker te herplaatsen, zijn de drie sneeuwluipaarden, grote mannetjesleeuw Nelson en de twee lynxen die samen met nog een hele reeks andere dieren werden weggehaald uit de Zoo du Bouy, een Franse dierentuin die wegens wanbeheer de deuren moest sluiten. In één van de slechtste dierentuinen van Europa, die gelukkig de deuren sloot, bevond zich nog een oude mannetjestijger en een tonkeanmakaak. We reden helemaal naar Kroatië om beide dieren op te halen. In Zuid-Frankrijk, in de buurt van Montpellier gingen we dan weer een jonge leeuw ophalen. Het jonge mannetje, dat net zijn manen begint te krijgen, werd door een particulier als huisdier gehouden! Net zoals twee wolven, die we ook in Frankrijk zijn gaan halen.
28 apen van 7 verschillende soorten passeerden eerst onze apenquarantaine, waarna ze naar de grotere binnen- of buitenkooien mochten. Onder andere een Gambiaanse hamsterrat en enkele dwergmara’s en woestijnvossen verbleven voor de eerste maal in het Natuurhulpcentrum. Er kwamen niet alleen heel wat exotische zoogdieren binnen, maar gelukkig konden we er heel wat herplaatsen. Zo vertrok bruine beer Berros naar De Zonnegloed in Oost-Vleteren, verhuisden 4 enorme mannetjesleeuwen naar Schotland en 2 vrouwtjesleeuwen naar Shamwari game reserve in Zuid-Afrika.
2.2 Exotische en tamme vogels
We kregen niet minder dan 1746 exotische en tamme vogels over de vloer in 2015. Dit zijn er ruim 1000 meer dan vorig jaar, al moeten we hier wel een zware kanttekening bijplaatsen. Op de luchthaven van Zaventem werd in november een lading van maar liefst 1186 grasparkieten, kanaries en enkele tropische zangvogelsoorten in beslag genomen. De dieren waren onderweg van Duitsland naar Turkije. Ze verbleven enkele weken bij ons en konden uiteindelijk terug naar de eigenaar. Een ontsnapte Temminck-tragopaan, dit is een fazantachtige oorspronkelijk afkomstig uit China, en een treurmaina, een Aziatisch familielid van onze spreeuw, vingen we nog nooit eerder op. Een prachtige molukkenkaketoe werd in beslag genomen en in een Nederlandse dierentuin herplaatst, samen met nog een prachtige groenvleugelara.
Een ontsnapte kookaburra, het grootste familielid van de ijsvogel, werd ook in een Nederlandse dierentuin ondergebracht.
2.3 Exotische reptielen en amfibieën
326 exotische reptielen en amfibieën moesten verwarmd worden in onze kleine en grote terraria. Koplopers vormen, zoals altijd, de moerasschildpadden (201) die vaak het begin van hun leven in een palmboombakje moeten slijten, om later, als ze groter zijn te in het beste geval te eindigen in opvangcentra, of in het slechtste geval in natuurlijke vijvers.
Meest opvallend waren de Taiwanese rattenslangen. We moesten er 8 gaan ophalen in Hasselt. Dichtbij een bekende reptielenhandel leeft een verwilderde populatie langs de spoorwegberm. Oorspronkelijk dachten we dat dit allemaal ontsnapte dieren waren, maar door de vondst van enkele jonge dieren vermoeden we dat hier zelfs voortplanting heeft plaatsgevonden. Deze populatie gaat in 2016 meer in detail worden opgevolgd.
Maar liefst 13 slangensoorten werden opgevangen: rattenslangen (16), netpythons (2), koningspythons (9), een bloedpython,… Meestal afgestaan, maar vaak ook gedumpt, ontsnapt of in beslag genomen. Niet zelden slaan de vinders volledig in paniek wanneer ze plots tijdens een wandeling of thuis oog in oog staat met een slang of hagedis.