Vanmorgen kreeg het Natuurhulpcentrum een melding uit de Voerstreek. Daar zat een jonge das, bewegingsloos op een wandelpad.
De wandelaar stond al zo'n 10 minuten naar het dasje te kijken, maar het diertje bleef roerloos liggen. Aangezien het klaarlichte dag was en het dasje zich zo gemakkelijk liet benaderen besloten we om snel actie te ondernemen. Twee medewerkers werden op pad gestuurd.
Samen met de wandelaar gingen ze naar de plek waar het dasje gezien was, maar daar was niets meer te vinden. Het wandelpad slingerde doorheen een prachtige holle weg en het dasje had dus verstopplaatsen genoeg. Samen werd de holle weg afgezocht maar zonder resultaat. Het was zoeken naar een speld in een hooiberg en het dier kon eveneens in een hol zijn gekropen. Bij een laatste poging het zieke diertje te vinden klauterde een van onze medewerkers tegen de helling op. Vanboven keek hij uit over een uitgestrekt weiland en zag plots een jong dasje lopen.
Het diertje liep richting een grote meidoornstruik en als hij daaronder zat, konden we hem waarschijnlijk niet meer te pakken krijgen. Een korte spurt zorgde ervoor dat het dasje tijdig werd onderschept en het diertje liet zich vrij gemakkelijk pakken. Hoewel het jonge dasje nog goed kon lopen werd hij toch meegenomen naar Opglabbeek voor een verder onderzoek.
Het is niet normaal dat een jonge das helemaal alleen op klaarlichte dag rondloopt. Bovendien kregen we twee weken geleden nog een jonge das binnen vanuit hetzelfde gebied. Mogelijk is de moeder gesneuveld en lopen haar jongen nu doelloos rond. De wandelaar zou dagelijks een kijkje gaan nemen om te zien of er nog jongen rondlopen.
Het jonge dier kreeg in Opglabbeek de nodige zorgen en extra vocht toegediend. Het zal vrij snel kunnen kennismaken met het andere dasje dat al in een grote buitenkooi verblijft. Het is belangrijk dat ze kunnen opgroeien met soortgenoten omdat ze anders veel te tam gaan worden....