Gisterenavond haalde een medewerker van het Natuurhulpcentrum een jonge das op. Het diertje had een longinfectie, en wordt momenteel verzorgd op onze Intensive Care-afdeling.
Dassen zijn de grootste marterachtigen die bij ons in België voorkomen. Andere marterachtigen zijn de steen- en boommarter, bunzing, wezel, hermelijn en otter.
Het zijn echte schemer- en nachtdieren die overdag in een complex ondergronds holenstelsel, de zogenaamde burcht, verblijven. Deze burchten kunnen erg groot worden en bestaan uit verschillende kamers waarin een familiegroep of 'clan' leeft. Per clan zijn er 3-6 familieleden.In één van de kamers van de burcht worden rond februari een drietal jongen geboren, en enkel het dominante vrouwtje krijgt jongen.
Wanneer de dasjes ongeveer 9 weken oud zijn, verlaten ze soms de veiligheid van hun nest, en vertonen ze zich 's nachts bovengronds om te spelen en de omgeving te verkennen.
Gisterenavond kregen we een oproep over een op de dool geraakte jonge das. Eén van onze medewerkers ging hem ophalen. Na onderzoek door onze dierenarts bleek de das een longinfectie te hebben. Momenteel krijgt hij hiertegen antibiotica, en vanavond mag hij al genieten van zijn eerste flesje melk.
Waarom de das precies op de dool is gegaan is onduidelijk. De kans is reëel dat de moeder is aangereden, en het jong, door honger gedreven, naar haar op zoek is gegaan. Het dasje is gelukkig nog levendig, en het ziet er naar uit dat hij een goede kans heeft om te overleven.