Ondanks de bijna voortdurende regen was het vorige week toch even drukkend warm. Hierdoor kwamen heel wat dakbroedende vogels in de problemen.
We zagen een duidelijke toename van het aantal jonge huismussen, spreeuwen, gierzwaluwen en huiszwaluwen die werden binnengebracht. Niet toevallig allemaal soorten die onder de dakpannen of in een nest in de buurt van het dak broeden.
Gezien de drukkend warme temperaturen was het voor de jongen van deze vogels een kwestie van 'springen of uitdrogen'. Het kan immers zo warm worden onder de dakpannen dat de jonge vogels te vroeg uit hun nest springen. Hun verenkleed is nog niet volgroeid waardoor ze hulpeloos op de grond liggen.
In het Natuurhulpcentrum worden de jonge vogels in onze couveuses verzorgd, maar niemand kan zo goed voor vogels zorgen, als de vogels zelf. Daarom werden er 8 jonge gierzwaluwen bij geplaatst in nestkasten te Kortessem. Daar hangen al enkele jaren 9 gierzwaluwkasten waarvan er 8 bezet waren. In elk van de 8 kasten werd een jonge gierzwaluw bijgeplaatst. Op die manier krijgen de 'pleegouders' er een extra jong bij... Deze beproefde methode is een prima manier om jonge gierzwaluwen een tweede kans te geven...
Hieronder zie je een filmpje van verleden jaar, waarbij we toen ook gierzwaluwen in dezelfde nesten gingen bijplaatsen.