De Intensive Care-afdeling van het Natuurhulpcentrum zit momenteel propvol jonge vogeltjes en zoogdieren. Tientallen jonge dieren worden dagelijks binnengebracht, maar de eerste jonge vogels zijn al grootgebracht en vrijgelaten.

Ze zijn bijna niet meer te tellen, de jonge dieren die momenteel in de Intensive Care-afdeling verblijven. In deze afdeling verblijven de allerjongste dieren die elk uur of om de paar uur met de hand gevoederd moeten worden. Hierna mogen ze zelf leren voedsel zoeken in de grotere buitenkooien.

Om een idee te geven over welke dieren het op dit ogenblik allemaal gaat, hier een klein overzichtje van de patiëntjes die momenteel onze Intensive Care bevolken:

Een tiental (hout-, holen-, en turkse tortel-)duiven, 28 kauwen, 10 kraaien, 5 koolmezen, 7 pimpelmezen, 3 vinken, 2 heggemussen, 1 zwartkop, 4 zwarte roodstaartjes, 4 eksters, 1 hermelijn, 18 eekhoorns, 23 merels, 1 scholekster, 7 steenmarters, 6 bosuilen, 3 steenuilen, 4 wilde konijnen, 1 waterhoen, 1 boomkruiper, 4 vosjes, 23 wilde eenden en 1 haas...

Dagelijks worden tientallen jonge dieren binnengebracht, maar gelukkig werden ook al een heel aantal jongen terug vrijgelaten. Zo lieten we vorige week een tiental merels en konijnen vrij, mochten enkele haasjes genieten van de vrijheid en in de struiken rond het Natuurhulpcentrum zijn bij ons grootgebrachte pimpel- en koolmezen druk op zoek naar voedsel.

Dagelijks zijn permanent drie of meer zorgouders bezig met het vullen van alle lege maagjes. Een erg zwaar, maar lonend werk.

Geregeld moeten we ook mensen terug naar huis sturen met het gevonden vogeltje. Veel vogels kunnen nog niet direct vliegen als ze uit hun nest springen, en huppelen eerst enkele dagen rond tot hun spieren voldoende aangesterkt zijn om echt te vliegen. Ondertussen worden ze nog wel bijgevoederd door de ouders. Vind je dus dergelijke vogel, laat je hem best zitten.

Vind je een jong dier dat toch duidelijk in nood is, probeer het dan zeker niet zelf groot te brengen! Niet alleen is het erg moeilijk en arbeidsintensief, maar ook is het SUPERbelangrijk dat jonge dieren samen opgroeien met soortgenoten.  Breng daarom een jong dier altijd zo snel mogelijk naar het Natuurhulpcentrum.

Wil je de verzorging van zovele jonge (en oudere) dieren steunen, dan kan je altijd lid worden van het Natuurhulpcentrum. Voor meer info, klik dan hier.