Deze week werden weer een ontsnapte steen- en kerkuil opgevangen door het Natuurhulpcentrum. De zoveelste slachtoffers van een totaal gebrek aan kennis!
"Meneer, hebt u geen kerkuil binnengekregen, want de mijne is ontsnapt...'
Misselijk worden we er ondertussen van. Dagelijks moeten we weer het verhaal aanhoren van pseudovalkeniers wiens uil is ontsnapt. Tegenwoordig is een kanarie of parkietje niet meer voldoende, maar moet het minstens een kerkuil zijn...
En deze rage zorgt voor gigantische problemen.
Ten eerste voor de uil zelf. Er zijn maar weinig dieren die zo goed zijn aangepast aan een nachtelijk leven. Hun ogen bijvoorbeeld zijn zo groot dat ze zelfs in hun oogkassen niet kunnen draaien. Maar die grootte heeft dan wel als voordeel dat de uilen bij het minste beetje maanlicht toch goed kunnen zien. Het zijn dan ook absoluut geen dieren om overdag mee rond te wandelen. Het licht is daarvoor veel te fel. Net alsof er de hele dag met een zaklamp in iemands gezicht geschenen wordt...
Met hun oren kunnen uilen vanop een boomtop een muis horen rondkruipen in de strooisellaag van het bos. Hun schelpvormige kopvorm zorgt ervoor dat het minste beetje geluid versterkt wordt. Uilen horen daarom niet thuis in de woonkamer naast de radio of televisie. Op pukkelpop gaan wij ook niet graag vlak met onze oren tegen de luidspreker zitten...
Bovendien ontsnappen er continu overal uilen, iets wat we dagelijks merken in het Natuurhulpcentrum. Met de touwen, leibandjes of kettingen waarmee ze op een paaltje vastgeketend zijn, raken ze na hun ontsnapping vaak verstrikt in bomen, struiken of prikkeldraden en sterven daar een hongerdood. Tientalle uilen, van de kleinste steenuil tot de grootste oehoe zijn zo al uitgehongerd, ondersteboven bengelend aan een touwtje gevonden. Deze week vingen we er twee op die geluk hadden en tijdig werden gevonden: een steenuil die in Dilsen-Stokkem werd gevonden en een kerkuil uit Tongeren. Beide met een hoop touw aan hun poten...
Alleen al hierdoor zal een echte dierenliefhebber nog niet eens durven denken aan het houden van een uil als huisdier.
En dan hebben we het nog niet gehad over de ecologische problemen. Kerkuilen zijn uilen die over bijna heel de wereld voorkomen: je vindt ze in Europa, Azië, Afrika, Australië en Amerika. Het zijn wel allemaal kerkuilen, maar er bestaan meer dan 20 ondersoorten. Elke ondersoort heeft subtiele aanpassingen aan zijn eigen leefomgeving. Een noord-Europese kerkuil kan beter tegen de koude dan een zuid-Europese, een Afrikaanse kerkuil is beter aangepast aan het jagen op Afrikaanse prooisoorten,... Deze verschillen zijn met het blote oog niet te zien, maar ze zijn er wel! De Kerkuilenwerkgroep, een onderdeel van Vogelbescherming Vlaanderen die zich bezig houdt met de bescherming van kerkuilen, is op dit moment een DNA-database aan het aanleggen om uiteindelijk via DNA-onderzoek te kunnen bepalen waar een ontsnapte kerkuil vandaan komt.
De ontsnapte kerkuilen, die van eender waar kunnen komen, kweken met onze inheemse kerkuilen; die bewijzen zijn al helaas dikwijls geleverd. De jongen hiervan zijn minder vruchtbaar en zijn minder goed aangepast aan het leven in ons klimaat, in onze omgeving. Die ontsnapte uilen zorgen daarom voor een ware ecologische ramp!
We hopen dan ook dat er bij veel pseudo-valkeniers grondige mentaliteitswijziging aankomt! Echte dierenvrienden nemen een verrekijker ter hand om naar wilde uilen te kijken, en laten geen uil verkommeren aan een ketting op een paaltje in de woonkamer!