Deze prachtige lentedag was het geknipte moment om twee ooievaars vrij te laten.
De vogels kwamen afgelopen winter verzwakt binnen in ons opvangcentrum. Eén exemplaar is afkomstig uit een Waals opvangcentrum en de andere ooievaar werd door onze medewerkers in het Antwerpse gevangen. Beide dieren hadden besloten de winter hier door te brengen en niet naar Afrika te trekken. Maar ze werden verrast door de extreem strenge winter en moesten terug op krachten komen in het Natuurhulpcentrum.
Hier kregen ze één van onze grote vliegkooien ter beschikking en werden ze verwend met allerlei lekkers (eendagskuikens, muizen, ratten). Ooievaars eten maar zelden vis en zijn eigenlijk gespecialiseerd in het vangen van amfibieën, wormen en kleine knaagdieren. Na hun overwintering werd het tijd om deze prachtige vogels terug vrij te laten. Dit gebeurde langs de Maas te Maasmechelen. De Maasvallei is immers een groot langgerekt natuurgebied waar voedsel in overvloed is. Van hieruit kunnen de vogels verder uitzwermen naar hun broedgebieden.
Warme dagen zoals deze zijn ideaal voor ooievaars. Met hun groot vleugeloppervlak (spanwijdte 2m) kunnen ze uren zweven op thermiek (stijgende warme luchtstromen) en zo moeiteloos vele honderden kilometers afleggen. De twee ooievaars zullen snel gezelschap krijgen van hun soortgenoten die wel in Afrika zijn gaan overwinteren. Hopelijk vinden ze snel een geschikte partner en nestlocatie...