Gisteren bracht een werknemer van Elia een nest met roofvogelkuikens binnen.
Zijn collega's waren bezig met het onderhouden en verven van een hoogspanningsmast en hadden geen andere keuze dan het nest dat ze aantroffen te verwijderen. Omdat er 4 piepjonge roofvogeltjes en 1 ei in het nest lagen, besloten ze de diertjes een tweede kans te geven.
Aangekomen op het Natuurhulpcentrum werd al snel duidelijk dat het om jonge torenvalkjes ging. Deze valkensoort broedt het liefst hoog en droog en maakt zijn nest zelfs op een kale hoogspanningspyloon. De kleintjes waren maar net een dag oud. De eischalen lagen nog langs hun in het nest. We hebben de jongen wat bijgevoederd en ze vervolgens te herplaatst in een ander torenvalkennest.
Deze techniek heeft een bijzonder hoog slagingspercentage. Als we een torenvalknest vinden met jongen van dezelfde leeftijd, zullen de oudervalken de bijgezette jongen meevoederen en verzorgen. Bovendien krijgen de jongen dan ook alle levensnoodzakelijke kennis en vaardigheden mee van hun pleegouders: diverse geluiden, leren jagen, leren schuilen,...
Bij een bevriende fruitteler uit Geetbets wisten we tientallen torenvalkkasten hangen. De teler ging met ons op pad langs zijn nestkasten en telkens piepten we even naar binnen. Uiteindelijk werd een kast gevonden met een geschikt broedsel en daar werden de jongen bijgeplaatst.
Deze manier van werken is beter voor de jongen én voor onze medewerkers die nu al van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bezig zijn met het grootbrengen van jonge dieren. Een win-win situatie dus...