Deze week moesten we al elke dag op weg om gedumpte of ontsnapte dieren te gaan ophalen.
Maandag moesten we naar Riemst, waar een oud hangbuikzwijn rustig langs een bospad wandelde. De mensen die het dier hadden opgemerkt, hadden het zwijn wat voedsel gegeven zodat het ter plekke bleef en wij het makkelijk konden inladen.
Diezelfde avond kregen we een telefoontje van een dierenarts uit Vaux-sur-Sûre, waar een pinchéaapje in de wachtkamer werd achtergelaten (zie vorig artikeltje op onze website).
Dinsdag moesten we dan weer naar Sint-Truiden. Op een marktplein werd enkele weken geleden een tamme zwarte wouw gevonden. Deze roofvogel werd door de vinder naar een valkenier gebracht die het dier enkele weken opving en de eigenaar probeerde op te sporen aan de hand van het chipnummer. Dit lukte niet, dus nam de valkenier contact op met ons en zijn we het dier gaan ophalen. Het eerste wat we deden toen we terug in het Natuurhulpcentrum aankwamen, waren die vervelende veters en belletjes losknippen waarvan de vogels enkel maar hinder ondervinden!
Dinsdagnacht werden we gecontacteerd door de brandweer. Een ontsnapt damhert liep langs de weg, zorgde voor gevaarlijke verkeerssituaties en moest daarom gevangen worden. Enkele in het Natuurhulpcentrum logerende stagiaires werden opgetrommeld, en gewapend met onze lange vangnetten reden we naar Peer. Gelukkig zat het damhert vast in een binnentuin, net naast de weide waaruit hij ontsnapt was. Om te voorkomen dat het damhert terug de straat zou oplopen werd eerst de oprit afgespannen met een net. De bedoeling was om het hert in een ander net te vangen, maar in paniek sprong het gewoon terug de omheining over, en belandde het in de weide, precies zoals het moest.
Woensdagmorgen ontdekten mensen in hun tuin een ontsnapte tamme gans. Een medewerker ging het dier vangen. De gans blijft nu twee weken in het Natuurhulpcentrum. Duikt de eigenaar niet op, dan zoeken we zelf een nieuw baasje.
Iets later kregen we een telefoontje uit Molenbeersel. Daar werd enkele dagen geleden een zwarte ooievaar gevonden. De vinders hielden het dier al enkele dagen bij hun thuis, maar wilden toch een goede oplossing zoeken. In de Ardennen zijn deze dieren zeldzame broedvogels, in Vlaanderen kunnen we ze enkel zien overvliegen tijdens hun trektocht naar hun overwinteringsgebieden in Afrika. Aan de hand van de voetring die de vogel droeg, konden we afleiden dat deze ooievaar helaas geen wilde vogel was, maar een ontsnapt exemplaar.
Woensdagnamiddag moesten we dan weer naar Kuringen. Een grijze roodstaartpapegaai vloog plots rond in een tuinhuisje. De mensen konden snel de deur dichtdoen zodat we de vogel makkelijk konden vangen met onze schepnetten.
Tenslotte moesten we voor de tweede maal die dag naar Maasmechelen, waar we een haan moesten ophalen die zorgde voor heel wat geluidsoverlast.
Naast deze talloze dieren die we moesten gaan ophalen, werden sinds maandag ook nog eens 6 geelwang- en 2 roodwangsierschildpadden, enkele tamme duiven en een tam konijn binnengebracht.
Een hele hoop tamme dieren dus, en het is nog maar donderdag...