Gisterenavond moesten we een verzwakte zwarte ooievaar ophalen.
Gisterenavond kregen we een telefoontje uit Hoegaarden. Mensen vonden in een gracht naast een drukke baan een "verzwakte zwarte reiger". Omdat we vermoedden dat het ging om een aalscholver, en aalscholvers nogal bijterig uit de hoek kunnen komen, besloten we om zelf naar daar te rijden zodat de vinders het dier niet moesten aanraken.
Onderweg kregen we al de melding dat de vogel al naar de overkant van de straat was gevlogen, maar omdat een gezonde vogel toch wel wat verder moet kunnen vliegen dan enkele meters, reden we toch door. Daar aangekomen zagen we dat de patiënt geen aalscholver was, maar een zwarte ooievaar! Een bijzondere soort, want hoewel zwarte ooievaars, het neefje van de veel bekendere gewone ooievaar, het langzaamaan beter doen, blijven het bij ons toch erg zeldzame vogels die in België enkel in de Ardennen en Oostkantons tot broeden komen.
Na enkele pogingen lukte het ons om de vogel met een schepnet te vangen. De jonge zwarte ooievaar was verzwakt en vrij mager. In het Natuurhulpcentrum lieten we hem eerst een uurtje kalmeren en tot rust komen. Vervolgens werd een voedingrijke substantie en vocht opgespoten zodat het terug aansterken kan beginnen.
We vermoeden (en hopen) dat onze bijzondere patiënt op relatief korte termijn terug in orde zal zijn. Dit is erg belangrijk, aangezien de zwarte ooievaars die momenteel hier verblijven binnen enkele weken de tocht naar Afrika aanvatten om daar de winter door te brengen. Lukt dit niet, dan zal hij bij ons de winter moeten doorbrengen om in februari-maart, wanneer de wilde zwarte ooievaars terugkomen, vrijgelaten te worden.